Dit hoort wel:
- Speel in;
- Speel bij discussie of onduidelijkheid een let. Is er steeds discussie, schakel dan de competitieleider of toernooileiding (hierna ook te noemen: wedstrijdleiding) in;
- Raadpleeg bij onenigheid de wedstrijdleiding;
- Geef je tegenstander na een wedstrijd een hand en feliciteer of bedank hem/haar voor het spelen;
- Gedraag je te allen tijde sportief. Onsportief gedrag van de tegenstander is geen reden om zelf onsportief te zijn. Wijs iemand gerust vriendelijk op zijn/haar onsportieve gedrag. Helpt dat niet, schakel dan de wedstrijdleiding in;
- Zet je mobiele telefoon uit tijdens een wedstrijd;
- Als een bal op de andere baan komt, wacht dan de rally op die baan af en vraag dan pas de bal terug;
- Loop altijd via het hek de baan op en af.
Dit hoort niet:
- Gooien met het racket of andere attributen. Opzettelijk beschadigen of vernielen van een racket of andere attributen op/rond de baan;
- Het wegtrappen, gooien of wegslaan van een bal, over een omheining of in de richting van een persoon;
- Vloeken, schelden, uiten van onbehoorlijke taal;
- Het maken van obscene gebaren;
- Het bedreigen of molesteren van of het spuwen naar een persoon;
- Vals spelen;
- Ruzie maken met de tegenstander;
- Afval achterlaten op de banen dan wel het park;
- Onsportief gedrag .
Voor ouders/verzorgers en toeschouwers
Dit hoort wel:
- Stimuleren en promoten sportief gedrag;
- Aanspreken op onsportief gedrag;
- Interesse tonen voor de wedstrijden die worden gespeeld;
- Aanmoedigen mag, maar doe dat gematigd en moedig alle spelers aan;
- Bedenk dat kinderen sporten voor hun eigen plezier en niet voor dat van u;
- Loop weg indien nodig en bekijk de wedstrijd van een afstand.
Dit hoort niet:
- Zich bemoeien met het verloop van de wedstrijd;
- Coachen terwijl de speler op de baan staat;
- Onsportief gedrag naar ouders/verzorgers, toeschouwers van de andere partij.